Informatie over de termijnen voor beroep: Art. 14.Op verzoek van elke persoon die een belang heeft of heeft gehad om een bepaalde opdracht te krijgen en die door de beweerde schending is of dreigt te worden benadeeld, kan de verhaalinstantie de beslissingen van de aanbestedende instanties vernietigen, waaronder die welke berusten op discriminerende technische, economische en financiële specificaties, omdat deze beslissingen een machtsafwending inhouden of een inbreuk vormen op : 1° het op de betreffende opdracht toepasselijke Gemeenschapsrecht inzake overheidsopdrachten, alsook op de wetgeving overheidsopdrachten;2° de grondwettelijke, wettelijke of reglementaire bepalingen, alsook de algemene rechtsbeginselen die op de betreffende opdracht van toepassing zijn;3° de opdrachtdocumenten. Onderafdeling 2. - Schorsing Art. 15.Onder dezelfde voorwaarden als die bedoeld in artikel 14 en zonder dat het bewijs van een moeilijk te herstellen ernstig nadeel is vereist, kan de verhaalinstantie, in aanwezigheid van een ernstig middel of een klaarblijkelijke onwettigheid, eventueel op straffe van een dwangsom, de uitvoering van de in artikel 14 bedoelde beslissingen schorsen en, wat betreft de Raad van State, zolang het vernietigingsberoep bij hem aanhangig is : 1° de voorlopige maatregelen bevelen om de beweerde schending ongedaan te maken of te voorkomen dat de betrokken belangen worden geschaad;2° de voorlopige maatregelen bevelen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van haar uitspraak. Naargelang de Raad van State dan wel de gewone rechter bevoegd is overeenkomstig artikel 24, wordt de vordering tot schorsing alsook, voor zover die afzonderlijk wordt ingediend, de vordering tot voorlopige maatregelen, ingediend uitsluitend volgens een procedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid voor de Raad van State, dan wel uitsluitend in kort geding voor de gewone rechter. De verhaalinstantie kan, ambtshalve of op verzoek van één van de partijen, rekening houden met de vermoedelijke gevolgen van de schorsing van de uitvoering en van de voorlopige maatregelen voor alle belangen die kunnen worden geschaad, alsook met het openbaar belang, en kan beslissen om de schorsing van de uitvoering of de voorlopige maatregelen niet toe te staan wanneer de negatieve gevolgen ervan groter zouden zijn dan de voordelen ervan. De beslissing om de schorsing van de uitvoering of de voorlopige maatregelen niet toe te staan, doet geen afbreuk aan de andere door de indiener ingeroepen rechten. De vordering tot voorlopige maatregelen kan samen met de in het eerste lid bedoelde vordering tot schorsing of, wanneer de schorsing van de uitvoering van de beslissing wordt bevolen, samen met de in artikel 14 bedoelde vordering tot nietigverklaring of afzonderlijk worden ingediend. Onderafdeling 6. - Verhaaltermijnen Art. 23.§ 1. De verhaalprocedures worden, op straffe van niet-ontvankelijkheid, ingesteld binnen de in de §§ 2 tot 4, 5, eerste lid, en 6, bedoelde termijnen vanaf de bekendmaking, de kennisgeving of de kennisneming van de rechtshandeling, al naargelang. § 2. De in artikel 14 bedoelde vordering tot vernietiging wordt ingesteld binnen een termijn van zestig dagen. § 3. De in artikel 15 bedoelde vordering tot schorsing wordt ingesteld binnen een termijn van vijftien dagen. Ingeval toepassing wordt gemaakt van artikel 18 bedraagt de termijn tien dagen. § 4. De in artikel 16 bedoelde vordering tot schadevergoeding wordt ingesteld binnen een termijn van vijf jaar. § 5. De in artikel 17 bedoelde vordering tot onverbindendverklaring wordt ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag nadat de aanbestedende instantie, hetzij : 1° de aankondiging van gegunde opdracht heeft bekendgemaakt overeenkomstig de door de Koning vastgestelde bepalingen, wanneer de aanbestedende instantie beslist heeft deze opdracht te plaatsen zonder voorafgaande bekendmaking van een aankondiging in het Publicatieblad van de Europese Unie en het Bulletin der Aanbestedingen en de aankondiging van gegunde opdracht de rechtvaardiging van deze beslissing bevat, of 2° de betrokken kandidaten en inschrijvers ervan in kennis heeft gesteld dat de opdracht werd gesloten en hen tegelijk de gemotiveerde beslissing heeft meegedeeld die op hen betrekking heeft. De verhaaltermijn bedraagt zes maanden vanaf de dag na de sluiting van de opdracht wanneer de aanbestedende instantie de bepalingen van het eerste lid niet naleeft. § 6. De in artikel 22 bedoelde vordering tot alternatieve sancties wordt ingesteld binnen een termijn van zes maanden. Onderafdeling 7. - Verhaalinstanties Art. 24.Voor de verhaalprocedures bedoeld in de artikelen 14 en 15 is de verhaalinstantie : 1° de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, wanneer de aanbestedende instantie een overheid is als bedoeld in artikel 14, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;2° de gewone rechter wanneer de aanbestedende instantie geen overheid is als bedoeld in artikel 14, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. Voor de verhaalprocedures bedoeld in de artikelen 16, 17 en 22 is de verhaalinstantie de gewone rechter. Voor de onverbindendverklaring en de alternatieve sancties zetelt de rechter zoals in kort geding.