Dienstverlenende Vereniging Midwest

UITBATING VAN HET DIERENASIEL, DE VERZORGING VAN DIEREN EN EEN ZWERFKATTENWERKING



Deze mededeling heeft betrekking op de publicatie van een:   AANKONDIGING VAN EEN CONCESSIEOVEREENKOMST  
Uittreksel uit de officiële tekst.

AFDELING I. AANBESTEDENDE DIENST

I.1. Naam en adressen

Officiële benaming :  Dienstverlenende vereniging Midwest
Postadres :  Spanjestraat 141, BE- 8800  Roeselare
Contactpersoon:  Saskia Verriest
Tel:   +32 477503046
E-mail:   dvv-midwest@midwest.be
Internetadres(sen):   www.midwest.be  
Adres van het kopersprofiel:   https://enot.publicprocurement.be/enot-war/preViewNotice.do?noticeId=452399


AFDELING II. VOORWERP

II.1. Omvang van de aanbesteding

II.1.1. Benaming
UITBATING VAN HET DIERENASIEL, DE VERZORGING VAN DIEREN EN EEN ZWERFKATTENWERKING  
Referentienummer:   DVV Midwest-DVV2022001-F24_0
II.1.2. Voornaamste CPV-code :  85210000
II.1.3. Type opdracht :  diensten
II.1.4. Korte beschrijving
De exploitatie van een regionaal dierenasiel te Roeselare. De Stad heeft een nieuwe locatie aangekocht, gelegen in de Ieperseweg, met het oog op de realisatie van een eigentijds kwaliteitsvol dierenasiel. De Stad blijft eigenaar van de infrastructuur en is bereid deze te verhuren aan de uitbater van het dierenasiel (bijlage: ontwerp van huurovereenkomst).
Het is de bedoeling om de exploitatie te laten waarnemen door een concessionaris die een samenwerkingsovereenkomst afsluit met de DVV Midwest, de dienstverlenende vereniging die de meeste van de actueel deelnemende gemeenten overkoepelt. Als startdatum wordt 1 januari 2023 geambieerd.
II.1.6. Inlichtingen over percelen
Verdeling in percelen:   NEE


II.2. Beschrijving

II.2.3. Plaats van uitvoering
NUTS-code(s):   BE256
Voornaamste plaats van uitvoering:   Roeselare
II.2.4. Beschrijving
De exploitatie van een regionaal dierenasiel te Roeselare. De huidige locatie is gelegen op Schiervelde en gebeurt op heden door de VZW dierenasiel regio Roeselare. Stichtende leden van deze VZW zijn Vives, Buurt en C° en de stad Roeselare. De huidige gebouwen zijn van de stad en worden voorlopig kosteloos ter beschikking gesteld in het kader van een faciliterend optreden ten aanzien van de VZW. De locatie is evenwel zonevreemd en biedt evenmin groeikansen.   De Stad heeft daarom een nieuwe locatie gezocht en aangekocht, gelegen in de Ieperseweg, met het oog op de realisatie van een eigentijds kwaliteitsvol dierenasiel. In dit kader zoekt de Stad momenteel een ontwerper om op de nieuwe site het bestaande woonhuis en bijhorende loodsen te verbouwen. De Stad blijft eigenaar van de infrastructuur en is bereid deze te verhuren aan de uitbater van het dierenasiel (bijlage 1: ontwerp van huurovereenkomst).   Op vandaag kent het asiel een verzorgingsgebied dat zich niet beperkt tot de stad Roeselare. Als bijlage bevindt zich een overzicht van de gemeenten die op vandaag beroep doen op het dierenasiel, alsook de taken die het asiel voor hen waarneemt (bijlage 2: overzicht gemeenten).   Naar de toekomst toe is het de bedoeling om de exploitatie te laten waarnemen door een concessionaris die een samenwerkingsovereenkomst afsluit met de DVV Midwest, de dienstverlenende vereniging die de meeste van de actueel deelnemende gemeenten overkoepelt. Als startdatum wordt 1 januari 2023 geambieerd. Op vandaag is er een opvangcapaciteit van 24 honden en 60 katten. Naar de toekomst wenst men deze capaciteit minimaal te behouden, rekening houdend met een eventuele uitbreiding tot 1,5 x de huidige capaciteit.   Van de concessionaris wordt verwacht om zowel Vives als Vabi, onderwijsinrichtingen die nauw samenwerken met het asiel of intentie hiertoe geformuleerd hebben, mee te betrekken in het verdere traject met het oog op een zo geïntegreerd mogelijke werking. Buurt en C° heeft reeds de wens geformuleerd uit te treden.   Op basis van de ingediende offerte en de gevoerde onderhandelingen wenst de DVV Midwest tot een samenwerkingsovereenkomst te komen waar de genoemde gemeenten, en desgevallend ook potentiële toekomstige, een instapmogelijkheid hebben.   De inschrijver wordt de keuze gelaten om de huidige VZW-structuur al dan niet te behouden of voorstellen tot aanpassing te formuleren. Behoudens speciale motivatie waarom de personeelsleden niet zouden beantwoorden aan de vooropgestelde prestatiespecificaties, zoals geformuleerd in de offerte, wordt wel verwacht de bestaande personeelsleden (bijlage 3) en vrijwilligers maximaal verder in dienst te houden / te betrekken.   De concessionaris engageert zich een aanbod te doen voor volgende activiteiten:   - In eerste instantie: tot de exploitatie van een dierenasiel met aandacht voor hedendaagse eisen.   - In tweede instantie: in te staan voor een zwerfkattenwerking (vangacties, sterilisaties alsook ev. andere noodzakelijke handelingen, heruitzetten…).   - Optioneel:   • Te interveniëren op vraag van de deelnemende besturen voor het helpen vangen, opvangen en weghalen van loslopende dieren alsook voor nieuwe gezelschapsdieren en dit zo snel mogelijk (in overleg met de bevoegde ordediensten). Hij engageert zich tot het respecteren van de internationale, nationale en regionale regelgeving met betrekking tot natuurbehoud en de beschermde diersoorten.   • Te interveniëren op vraag van de deelnemende besturen tot het ophalen/aanvaarden van dode gezelschapsdieren.   Het werkgebied voor ophaling/aanvaarding van levende en/of dode dieren valt maximaal samen met de gemeentegrenzen.  
II.2.7. Looptijd
Aanvang (dd/mm/jjjj):   2023-01-01


AFDELING III. JURIDISCHE, ECONOMISCHE, FINANCIELE EN TECHNISCHE INLICHTINGEN

III.1. Voorwaarden voor deelneming

III.1.1 Geschiktheid om de beroepsactiviteit uit te oefenen, waaronder de vereisten in verband met de inschrijving in het beroeps- of handelsregister
Lijst en beknopte beschrijving van de voorwaarden:  
* Door in te schrijven op deze opdracht verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van uitsluiting te bevinden, zoals bedoeld in artikels 67 tot en met 69 van de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten.Facultatieve uitsluitingsgrondenKan worden uitgesloten van verdere deelname aan deze plaatsingsprocedure, in welk stadium van deze procedure ook, de inschrijver, van wie het Bestuur één of meer van de volgende gevallen vaststelt :1. indien het Bestuur met elk passend middel aantoont dat de inschrijver de in artikel 27 van de wet van 17 juni 2016 genoemde toepasselijke verplichtingen op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht, heeft geschonden;2. wanneer de inschrijver in staat van faillissement of van vereffening verkeert, zijn werkzaamheden heeft gestaakt, een gerechtelijke organisatie ondergaat, of aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor hem een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie aanhangig is, of hij in een vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen;3. wanneer het Bestuur kan aantonen, met elk passend middel, dat de inschrijver in de uitoefening van zijn beroep een ernstige beroepsfout heeft begaan, waardoor zijn integriteit in twijfel kan worden getrokken;4. wanneer het Bestuur over voldoende plausibele aanwijzingen beschikt om te besluiten dat de inschrijver handelingen zou hebben gesteld, overeenkomsten zou hebben gesloten of afspraken zou hebben gemaakt, die gericht zijn op vervalsing van de mededinging in de zin van artikel 25 van de wet van 17 juni 2016;5. wanneer een belangenconflict in de zin van artikel 26 van de wet van 17 juni 2016 niet effectief kan worden verholpen met andere minder ingrijpende maatregelen;6. wanneer zich wegens de eerdere betrokkenheid van de inschrijver bij de voorbereiding van de plaatsingsprocedure een vervalsing van de mededinging als bedoeld in artikel 40 van de wet van 17 juni 2016 heeft voorgedaan die niet met minder ingrijpende maatregelen kan worden verholpen;7. wanneer de inschrijver blijk heeft gegeven van aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen bij de uitvoering van een wezenlijke verplichting tijdens een eerdere concessie of een eerdere overeenkomst met een aanbesteder in de zin van de wet van 17 juni 2016 betreffende concessieovereenkomsten of de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, en dit geleid heeft tot de stopzetting van de concessie, schadevergoedingen, het nemen van ambtshalve maatregelen of andere vergelijkbare sancties;8. wanneer de inschrijver zich schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de informatie die nodig is voor de controle op het ontbreken van uitsluitingsgronden of de naleving van de selectievoorwaarden, die informatie heeft achtergehouden, of niet in staat is de vereiste bewijsstukken over te leggen;9. wanneer de inschrijver heeft getracht om het besluitvormingsproces van het Bestuur onrechtmatig te beïnvloeden, om vertrouwelijke informatie te verkrijgen die hem onrechtmatige voordelen in de plaatsingsprocedure kan bezorgen, of door nalatigheid misleidende informatie heeft verstrekt die een belangrijke invloed kan hebben op beslissingen inzake uitsluiting, selectie of gunning.De uitsluiting van deelname aan de concessies geldt voor een periode van drie jaar vanaf de datum van de betrokken gebeurtenis of, wanneer het een voortdurende inbreuk betreft, vanaf de beëindiging van de inbreuk.Indien de gedraging die valt onder de 1°, 3°, 4°, 8° of 9°, bedoelde uitsluitingsgrond echter bestraft werd door middel van een besluit van een bevoegde administratieve of gerechtelijke autoriteit houdende vaststelling van een inbreuk op een rechtsregel, in het kader van een door het Unierecht of het nationale recht geregelde procedure, wordt de termijn van drie jaar zoals bedoeld in het tweede lid berekend vanaf de datum van dit besluit. Het Bestuur kan echter een beslissing tot uitsluiting nemen voorafgaand aan de beslissing van de bevoegde autoriteit, voor zover alle voorwaarden daartoe vervuld zijn, met inbegrip van de voorwaarde omtrent de berekening van de in het tweede lid bedoelde termijn van drie jaar.Deze facultatieve uitsluitingsgronden kunnen eveneens toegepast worden op de verantwoordelijke persoon.Verplichte uitsluitingsgrondenOp basis van artikel 31 van het KB van 25 juni 2017 en latere aanpassingen wordt de inschrijver uitgesloten van deelname aan de plaatsingsprocedure (in elk stadium van de procedure) wanneer het Bestuur vaststelt of anderszins ervan op de hoogte is dat de inschrijver in de laatste vijf jaar te rekenen vanaf de uiterste indieningsdatum voor de offerte, door een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde veroordeeld is om één van de volgende misdrijven :1. deelname aan een criminele organisatie volgens art. 324bis van het Strafwetboek of in artikel 2 van het Kaderbesluit 2008/841/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit; 2. Omkoping als bedoeld in de artikelen 246 en 250 van het Strafwetboek of in artikel 3 van de Overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn of in artikel 2.1., van Kaderbesluit 2003/568/JBZ van de Raad van 22 juli 2003 inzake de bestrijding van corruptie in de privé-sector; 3. Fraude, als bedoeld in artikel 1 van de overeenkomst aangaande bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, goedgekeurd door de wet van 17 februari 2002; 4. Terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten als bedoeld in artikel 137 van het Strafwetboek of in de zin van de artikelen 1 of 3 van het Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de raad van 13 juni 2002 inzake terrorismebestrijding dan wel uitlokking van, medeplichtigheid aan of poging tot het plegen van een dergelijk misdrijf of strafbaar feit als bedoeld in artikel 4 van genoemd kaderbesluit;5. witwassen van geld of financiering van terrorisme als bedoeld in artikel 5 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme of in de zin van artikel 1 van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme;6. kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel als bedoeld in artikel 433 quinquies van het Strafwetboek of in de zin van artikel 2 van Richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan, en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad;7. het tewerkstellen van illegaal verblijvend onderdanen van derde landen in de zin van artikel 35/7 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers of in de zin van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van vreemde arbeiders. Bij dit punt 7° is, in afwijking van de hoger vermelde vereiste, zelfs geen in kracht van gewijde gegane veroordeling noodzakelijk. De uitsluiting is mogelijk, van zodra deze inbreuk is vastgesteld door een administratieve of rechterlijke beslissing, met inbegrip van een in uitvoering van artikel 49/2 van het Sociaal Strafwetboek opgestelde schriftelijke kennisgeving.De uitsluiting van de inschrijver kan ook toegepast worden wanneer de bij onherroepelijk vonnis veroordeelde persoon lid is van bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van deze Inschrijver of daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft. Wat voormeld punt 7° betreft, volstaat eveneens een administratieve of rechterlijke beslissing.Dit behoudens de mogelijkheid voor het Bestuur om hiervan af te wijken in het kader van het algemeen belang.Deze verplichte uitsluitingsgronden kunnen eveneens toegepast worden op de verantwoordelijke persoon voor de uitbating.Fiscale en sociale schuldenOp basis van artikel 32 (RSZ verplichtingen) en 33 (fiscale schulden) van het KB van 25 juni 2017 en latere wijzigingen wordt de inschrijver uitgesloten van deelname aan de plaatsingsprocedure (in elk stadium van de procedure) Indien het een opdracht betreft van werken in onroerende staat worden bijkomende attesten door het bestuur opgevraagd: • Attest 403 – inhoudingsplicht belastingen en invordering • Attest 30 bis – inhoudingsplicht sociale zekerheid Voor buitenlandse inschrijvers worden de gevraagde attesten bewezen door een document van een bevoegde instantie of een verklaring op eed, of in landen waar niet in een eed is voorzien, door een plechtige verklaring door de betrokkene voor een gerechtelijke of overheidsinstantie, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie van het land van oorsprong of herkomst.

III.1.2 Economische en financiële draagkracht
Lijst en beknopte beschrijving van de selectiecriteria:
Een bewijs leveren van een verzekering tegen beroepsrisico’s

III.1.3 Technische en beroepsbekwaamheid
Lijst en beknopte beschrijving van de selectiecriteria:
* Een lijst van gelijkaardige diensten (dierenasiel en dierenhotel) uitgevoerd tijdens de laatste vijf jaar, met opgave van contactpersoon en contactgegevens * Opgave van de al dan niet tot de onderneming behorende personeelsleden, in het bijzonder van die welke belast zijn met de uitvoering van de opdracht (plaatselijke verantwoordelijke, eindverantwoordelijke, …), met hun relevante kwalificaties en ervaring en bewijs van een blanco strafregister op het vlak van dierenwelzijn



AFDELING IV. PROCEDURE

IV.2 ADMINISTRATIEVE INLICHTINGEN:
IV.2.2 Termijn voor de ontvangst van blijken van belangstelling   2022-09-14  23:55
IV.2.4 Talen die mogen worden gebruikt bij het indienen van inschrijvingen of aanvragen tot deelneming :   NL


AFDELING VI. AANVULLENDE INLICHTINGEN


VI.4 Beroepsprocedures

VI.4.1 Beroepsinstantie
Raad van State
Wetenschapsstraat 33,  BE- 1040  Brussel

VI.4.2 Orgaan verantwoordelijk voor de bemiddelingsprocedures
Raad van State
Wetenschapsstraat 33,  BE- 1040  Brussel

VI.4.3 Beroepsprocedure
Precieze aanduiding van de termijn(en) voor beroepsprocedures
Overeenkomstig artikels 15, 23 en 24 van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, kan u binnen een termijn van 15 dagen, vanaf de dag volgend op de verzenddatum van deze brief, eventueel een vordering tot schorsing indienen bij een rechtscollege. Dit mag uitsluitend gebeuren via een procedure wegens uiterst dringende noodzakelijkheid voor de Raad van State. Overeenkomstig artikels 14, 23 en 24 van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, melden wij dat u ook een beroep tot nietigverklaring tegen onze beslissing kan instellen binnen een termijn van zestig dagen na onderhavige kennisgeving. Uw vordering moet ingediend worden met een gedagtekend “verzoekschrift tot nietigverklaring” dat door u of een advocaat ondertekend is. Het verzoekschrift moet ofwel per post aangetekend verzonden worden naar de griffie van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33 te 1040 Brussel, ofwel volgens de elektronische procedure ingediend worden op de website http:// www.raadvanstate.be/?page=e-procedure&lang=nl.

VI.4.4 Dienst waar inlichtingen over de beroepsprocedures kunnen worden verkregen
Raad van State,  BE- 1040  Brussel

VI.5 Datum van verzending van deze aankondiging
2022-07-13

Vergelijkbare advertenties van BDA