Intercom. Mij. Voor De Ruimt. Ordening En Econ. - Soc. Exp. Halle - Vilvoorde (haviland)

Opwijk - aanleg lokale bedrijvenzone De Vlaamse Staak


AANKONDIGING VAN EEN OPDRACHT
Uittreksel uit de officiële tekst. Gelieve de volledige officiële tekst in bijlage te raadplegen.
AFDELING I. AANBESTEDENDE DIENST
INTERCOM. MIJ. VOOR DE RUIMT. ORDENING EN ECON. - SOC. EXP. HALLE - VILVOORDE (HAVILAND)
Brusselsteenweg 617, BE-1730 Asse
Contact: De Ryst Filip
Tel: +32 4671147 E-mail: filip.deryst@haviland.be
Internet adres(sen): www.haviland.be
AFDELING II.VOORWERP VAN DE OPDRACHT
II.1. BESCHRIJVING
II.1.1. Door de aanbestedende dienst aan de opdracht gegeven benaming:
Opwijk - aanleg lokale bedrijvenzone De Vlaamse Staak
II.1.2. Type opdracht en plaats van uitvoering van de werken, levering van de goederen of verlening van de diensten:
Type opdracht: Werken.
II.1.5. Korte beschrijving van de opdracht of de aankoop/aankopen:
 opbreken van rijwegverhardingen en de bijhorende fundering en onderfundering;
 het uitvoeren van grondwerken;
 het aanleggen van de gescheiden riolering met regenwaterbufferbekkens;
 aanleg van de rijweg en fietspad in cementbeton met inbegrip van de onderfundering en fundering(en) en het nodige grondwerk;
 aanleg van de uitrusting van het parkgebied;
 uitvoering van alle bijkomende werken beschreven in dit bestek of vermeld in de opmeting of deze bevolen door de opdrachtgever tijdens de uitvoering der werken;
 onderhoud van alle uitgevoerde werken gedurende de waarborgtermijn.
II.1.8. Verdeling in percelen: Neen.
II.2. HOEVEELHEDEN OF OMVANG VAN DE OPDRACHT
AFDELING III. JURIDISCHE, ECONOMISCHE, FINANCIËLE EN TECHNISCHE INLICHTINGEN
VOORWAARDEN VOOR DEELNEMING
III.2.1. Persoonlijke situatie van ondernemers:
ARTIKEL 61 §1. EERSTE UITSLUITINGSCRITERIUM
Overeenkomstig artikel 20 van de Wet van 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, wordt in elk stadium van de gunningsprocedure uitgesloten van de toegang ertoe, de kandidaat of inschrijver die bij rechtelijke beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan en waarvan de bouwheer kennis heeft, veroordeeld is voor:
1° deelname aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 324bis van het Strafwetboek;
2° omkoping als bedoeld in artikel 246 van het Strafwetboek;
3° fraude als bedoeld in artikel 1 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, goedgekeurd door de wet van 17 februari 2002;
4° witwassen van geld als bedoeld in artikel 3 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financieel stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme.
Teneinde te bewijzen dat hij zich niet in één van de voornoemde uitsluitingsgevallen bevindt, wordt de inschrijver verzocht een blanco uittreksel uit het strafregister of een evenwaardig document uitgereikt door een gerechtelijke of overheidsinstantie van het land van oorsprong of herkomst en waaruit blijkt dat aan de gestelde eisen is voldaan of een verklaring op erewoord voor te leggen.
ARTIKEL 61 §2 - 1°, 2°. TWEEDE UITSLUITINGSCRITERIUM
Overeenkomstig artikel 20 van de Wet van 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, kan in elk stadium van de gunningsprocedure worden uitgesloten van de toegang ertoe, de inschrijver die:
1° in staat van faillissement of van vereffening verkeert, die zijn werkzaamheden heeft gestaakt, die een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of die in een vergelijkbare toestand verkeert als gevolg van een gelijkaardige procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen;
2° aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor wie een procedure van vereffening aanhangig is, die een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of die het voorwerp is van een gelijkaardige procedure bestaande in andere nationale reglementeringen.
Teneinde te bewijzen dat hij zich niet in één van de voornoemde uitsluitingsgevallen bevindt, wordt de inschrijver verzocht een attest van niet-faillissement of gelijkwaardig attest (buitenlandse inschrijver) of een verklaring op erewoord voor te leggen.
ARTIKEL 61 §2 - 4°. DERDE UITSLUITINGSCRITERIUM
4° De kandidaat of inschrijver mag bij zijn beroepsuitoefening geen ernstige fout hebben begaan.
Teneinde te bewijzen dat hij zich niet in voornoemd uitsluitingsgeval bevindt, wordt de inschrijver verzocht een verklaring op erewoord voor te leggen.
ARTIKEL 61 §2 - 7°. VIERDE UITSLUITINGSCRITERIUM
Wordt uitgesloten van deelname aan de opdracht, de inschrijver die zich heeft schuldig gemaakt aan het afleggen van valse verklaringen bij het verstrekken van inlichtingen, opeisbaar bij toepassing van dit hoofdstuk, of die deze inlichtingen niet heeft verstrekt.
Teneinde te bewijzen dat hij zich niet in voornoemd uitsluitingsgeval bevindt, wordt de inschrijver verzocht een verklaring op erewoord voor te leggen.
De bouwheer houdt zich het recht voor om de attesten die de niet-uitsluiting bewijzen op te vragen ongeacht het moment van de procedure voor de sluiting van de opdracht.
ARTIKEL 62 §1. VIJFDE UITSLUITINGSCRITERIUM
De Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat is onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders moet in orde zijn met zijn verplichtingen ten overstaan van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Hij wordt geacht in orde te zijn met voormelde verplichtingen indien blijkt dat hij ten laatste daags vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes:
1° aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid al de vereiste aangiften heeft toegezonden, tot en met diegene die slaan op het voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal voor de ontvangst van de offertes en
2° op deze aangiften geen verschuldigde bijdragen van meer dan 3.000 EUR moet vereffenen, tenzij hij voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen waarvan hij de termijnen strikt in acht neemt.
Evenwel, zelfs wanneer de bijdrageschuld groter is dan 3.000 EURO, zal de inschrijver in orde bevonden worden indien hij, alvorens tot de beslissing van gunning van de opdracht wordt overgegaan, aantoont dat hij, op het einde van het kalenderkwartaal bedoeld in het tweede lid, op een aanbestedende overheid in de zin van artikel 2, 1°, van de wet van 15 juni 2006 of op een overheidsbedrijf in de zin van artikel 2, 2°, van de wet van 15 juni 2006, één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn en waarvan het bedrag op 3.000 EUR na, ten minste gelijk is aan de achterstallige bijdrageschulden.
Ten laatste daags voor de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes moet de buitenlandse inschrijver:
1° voldaan hebben aan de verplichtingen inzake betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid, overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is
2°in orde zijn met de bepalingen van § 1, indien hij personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders.
De bouwheer kan in welk stadium van de procedure ook, met alle middelen die zij dienstig acht inlichtingen inwinnen over de stand van betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid van om het even welke inschrijver.
Teneinde te bewijzen dat hij zich niet in één van de voornoemde uitsluitingsgevallen bevindt, wordt de inschrijver verzocht een recent (minstens van het voorlaatste kwartaal) RSZ-attest of gelijkwaardig attest (buitenlandse inschrijver) voor te leggen.

ARTIKEL 63. ZESDE UITSLUITINGSCRITERIUM
De inschrijver moet voldaan hebben aan zijn beroepsmatige fiscale verplichtingen overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is.
De kandidaat of inschrijver heeft aan bovenvermelde verplichtingen toepasselijk in België voldaan, indien hij voor zijn gehele beroepsmatige fiscale verplichtingen geen schuld heeft van meer dan 3.000 EUR, of voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen en de afbetalingen daarvan strikt in acht neemt.
Evenwel, zelfs wanneer de beroepsmatige fiscale schuld groter is dan 3.000 EUR, zal de kandidaat of inschrijver in orde bevonden worden indien hij, alvorens de beslissing over de selectie van de kandidaten of de gunning van de opdracht wordt genomen, al naargelang, aantoont dat hij, op het einde van de fiscale periode bedoeld in het eerste lid, op een aanbestedende overheid in de zin van artikel 2, 1°, van de wet of op een overheidsbedrijf in de zin van artikel 2, 2°, van de wet, één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn en waarvan het bedrag op 3000 euro na, ten minste gelijk is aan de achterstallige afbetaling van zijn beroepsmatige fiscale schulden.
Teneinde te bewijzen dat hij zich niet in voornoemd uitsluitingsgeval bevindt, wordt de inschrijver verzocht een attest waaruit blijkt dat hij voldaan heeft aan zijn beroepsmatige fiscale verplichtingen overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is, voor te leggen. Het attest heeft betrekking op de laatste afgelopen fiscale periode vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming of offertes, al naargelang.
III.2.2. Economische en financiële draagkracht:
ARTIKEL 67 §1. FINANCIËLE DRAAGKRACHT
De inschrijver moet tijdens één van de laatste drie boekjaren te kiezen uit de laatste acht jaren een totale omzet hebben gerealiseerd die ten minste 2.500.000,00 euro bedroeg.
De inschrijver moet tijdens één van de laatste drie boekjaren een omzet inzake de activiteiten die rechtstreeks verband houden met het voorwerp van onderhavige opdracht zoals beschreven in het bestek, hebben gerealiseerd van minimum 750.000,00 euro.
De financiële en economische draagkracht van de inschrijver moet worden aangetoond door één van de volgende referenties:
1°door een bankverklaring opgesteld overeenkomstig het model vervat in bijlage of, in voorkomend geval, door het bewijs van een verzekering tegen beroepsrisico's;
3°door een verklaring betreffende de totale omzet en, in voorkomend geval, de omzet van de bedrijfsactiviteit die het voorwerp van de opdracht is, over ten hoogste de laatste drie beschikbare boekjaren, afhankelijk van de oprichtingsdatum of van de datum waarop de kandidaat of de inschrijver met zijn activiteit is begonnen, voor zover de betrokken omzetcijfers beschikbaar zijn.
§ 2
Indien de kandidaat of inschrijver om redenen die hij moet verantwoorden, niet in staat is de gevraagde referenties over te leggen, kan hij zijn economische en financiële draagkracht aantonen met andere documenten die de bouwheer geschikt acht.
III.2.3. Vakbekwaamheid:
ARTIKEL 69. TECHNISCHE BEKWAAMHEID
De inschrijver dient over de nodige knowhow, efficiëntie, ervaring en betrouwbaarheid te beschikken voor de uitvoering van onderhavige overheidsopdracht.
Teneinde te bewijzen dat hij over voornoemde kwaliteiten beschikt, voegt de inschrijver bij zijn offerte een lijst van referenties van gelijkaardige werken die de afgelopen vijf jaar werden verricht. Deze lijst wordt vergezeld van attesten die bewijzen dat de belangrijkste werken naar behoren zijn uitgevoerd. Deze attesten worden afgeleverd en ondertekend door de bevoegde overheid. Wanneer de opdrachtgever een privépersoon is, worden ze door hem afgeleverd en ondertekend, zo niet wordt een eenvoudige verklaring van de aannemer aanvaard. Deze attesten vermelden het bedrag van de werken, de plaats en het tijdstip waarop ze werden uitgevoerd. Voorts wordt aangegeven of de werken volgens de regels van de kunst zijn uitgevoerd en regelmatig tot een goed einde zijn gebracht. De aanbestedende overheid behoudt zich het recht de afgeleverde attesten te verifiëren bij de opdrachtgever van de vermelde opdrachten. Het afgeven van niet-correcte attesten kan leiden tot uitsluiting van deze opdracht.
De inschrijver moet op zijn minst 1 (één) gelijkaardige (zowel wat de aard van de werken als wat de omvang ervan betreft) opdracht hebben uitgevoerd gedurende de afgelopen vijf jaar.
Klasse: Klasse 4 : tot 900.000 EUR, Categorie: C1, E1
AFDELING IV. PROCEDURE
IV.1. TYPE PROCEDURE:
Openbaar.
IV.2. GUNNINGSCRITERIA:
Laagste prijs.
IV.3. ADMINISTRATIEVE INLICHTINGEN
IV.3.3. Voorwaarden voor de verkrijging van bestekken en aanvullende documenten of een beschrijvend document
Termijn voor ontvangst van aanvragen voor documenten of voor toegang tot documenten: 13/03/2017 - 17:00
Tegen betaling verkrijgbare documenten: Ja.
Prijs: 250.70 EUR.
Betalingstermijnen en -methode: De documenten kunnen worden afgehaald bij Haviland Intercommunale igsv tijdens de kantooruren, mits betaling van 242,00 euro - inclusief BTW, uitsluitend met cash geld en mits opgave van BTW nummer. De bijhorende factuur zal onmiddellijk worden opgemaakt.
De documenten kunnen ook samen met de bijhorende factuur worden opgestuurd binnen de zes (6) kalenderdagen na ontvangst van het schriftelijk verzoek en van de betaling via overschrijving op rekeningnummer IBAN: BE64 0910 0063 2852 BIC: GKCCBEBB van 250,70 euro - inclusief BTW en verzendkosten. Dit schriftelijke verzoek moet naast naam en adres ook de BTW-nummer van de verzoekende vermelden. Indien op het schriftelijke verzoek niet alle gevraagde gegevens zijn vermeld en zolang de som niet op de rekening van Haviland is geboekt, zal er geen bestek worden opgestuurd. Mochten alle vereiste gegevens niet meegedeeld zijn op de tiende (10) kalenderdag voorafgaand aan de dag van het openen van de offertes, zal het eventueel overgemaakte bedrag aan Haviland toekomen als forfaitaire vergoeding voor het bijkomende administratief werk.
IV.3.4. Termijn voor ontvangst van inschrijvingen of deelnemingsaanvragen: 20/03/2017 - 11:00
IV.3.8. Omstandigheden waarin de inschrijvingen worden geopend:
Datum: 20/03/2017 - 11:00
Plaats: intercommunale Haviland, Brusselsesteenweg 617 te 1731 Zellik in de vergaderzaal 2 op het gelijkvloers
AFDELING VI: AANVULLENDE INLICHTINGEN
VI.5. DATUM VAN VERZENDING VAN DEZE AANKONDIGING: 10/02/2017

Vergelijkbare advertenties van BDA